Kozijnkaderdorpels (KKD)

Kozijnkaderdorpels worden veelal toe­gepast in combinatie met metselwerk. De uitzettingscoëfficiënten van metselwerk en beton zijn niet gelijk. Dit verwerkingsadvies is daarom met name bedoeld om spanningen ten gevolge van temperatuursveranderingen te voorkomen. De kozijnkaderdorpels plaatsen op, danwel onderkauwen met, AB-mortel. Dit is een gemodificeerde mortel die verschillen in uitzetting opvangt terwijl de aanhechting gegarandeerd blijft.

 

Voor de aansluiting van de kozijnkaderdorpels op andere materialen kan gekozen worden voor een open voeg of een blijvend flexibele kitvoeg.

Een openvoeg (zie A) dient minimaal 5 mm breed te zijn, in verband met tolerantie is het advies van Vebo
10 mm. Voor een kitvoeg op een rugvulling (zie B en C) is de voegbreedte minimaal 10 mm.

  1. Kozijnkadergevelband opleggen op drukvast oplegvilt
  2. Dilatatie aanbrengen bij de oplegging
  3. Naast de oplegging een kitvoeg aanbrengen
  4. Op de bovenzijde van de latei folie aanbrengen (DPC)
  5. Oplegging (op folie)
  6. Speling uitvlakken met drukvast materiaal
  7. Speling (eventueel opvullen met een flexibel materiaal)
  8. Elastische voeg

LOG IN

Om deze content te kunnen zien heeft u een account nodig om in te loggen.


Nog geen account? Maak hier een account aan.

Zoeken